dinsdag 6 september 2011

Perspectief schets



Dit is een schets waar ik op zich wel wat mee zou kunnen. Sommige dingen zitten nog niet helemaal lekker, maar we komen er wel. Waar ik graag nadruk op wil leggen zijn de franken. Ook wil ik nog de ossenkar er op maar die staat nog niet lekker. Verder zit ik er over na te denken om de tekening breder te maken, want nu zit het midden precies waar de kar en het huis van de hoofman komen. Misschien verplaats ik de akkers in de achtergrond (heuveltje achter het huis van de hoofdman) naar de andere kant van de rivier. Maar ik weet niet of dat wel 'mag'.

Is dit beter?


Op de voorgrond wil ik graag een frank tekenen die zich om draait, zodat je de fibula goed kunt zien. Verder zou ik ook graag de laarzen willen laten zien, en de eenvoud van de boerderijen. De spieker naast het huis van de hoofdman wil ik extra klein maken (eventueel klein mensje) om te laten zien dat die boerderij heel groot is.

1 opmerking:

  1. Als je moet schipperen met de ruimte is het soms handig om dingen als het ware te suggereren. Je HOEFT de hele rivier niet te laten zien. Alleen een oever kan ook.
    En het perspectief is nog niet goed! Ik zal proberen het uit te leggen.
    De spiekers zijn echt veel te klein. Zet voor de aardigheid maar eens een figuurtje op ooghoogte naast de spieker bij het tweede huis aan de rechterkant. Dan lijkt het wel een bijenkast of zo. Bovendien zul je dan zien dat de huizen te laag/klein zijn.Je hebt het kleine figuurtje naast het huis van de hoofdman op de terp op ooghoogte getekend. Dus met zijn hoofd door de horizon. Dit kan alleen als het een kind zou betreffen. Als het een volwassene is moet hij een stuk groter zijn, want hij staat hoger dan de beschouwer, n.l. op een terp, die trouwens nog steeds aan de hoge kant is wat mij betreft. Zet datzelfde figuurtje op precies hetzelfde formaat maar eens links tussen de terp en de rivieroever - ongeveer net zo ver weg als nu - dan zul je zien dat het een dwergje blijkt te zijn. Hij komt dan niet eens boven de terp uit. Op die plaats moet een volwassene òòk met zijn hoofd door de horizon gaan. Snap je?
    Helemaal rechts heb je vaag een paar koppen getekend. Op ooghoogte. Hetzelfde als de beschouwer - of tekenaar - jij dus - of ik.
    De Franken zijn op deze manier ongeveer even groot als de beschouwer. Hoe komt het dan dat de figuurtjes iets verderop (met de kar) véél kleiner zijn? Nu lopen ze als het ware een heuvel af.
    Ook dié figuren moeten met hun hoofd (min of meer) door de horizon, behalve de kinderen en de kromlopende ouden-der-dagen-zat-zijnden natuurlijk.
    Dus: alle volwassenen gaan met hun hoofd dòòr de horizon. Ongeacht de plek waar ze staan! Als ze hoger staan dan de beschouwer - b.v. op een terp, dan komt hun hoofd boven de horizon uit!
    Probeer het maar eens!
    Groetjes
    John

    BeantwoordenVerwijderen